Poëzie Dossier

 

Liefde

Verliefd

‘k Had gedacht dat ik… Hoe heet dat?
Dat het me wat meer zou doen.
Dat ik nachten niet zou slapen
na die allereerste zoen.


En mijn hoofd niet naar studeren,
niet meer eten ook, afijn:
louter leven van de liefde,
rozengeur en maneschijn.

Maar ik voel echt niks bijzonders,
beide voeten op de grond.
‘t Zal vast reuze abnormaal zijn,
‘k ben misschien niet eens gezond!


‘t Zou natuurlijk ook nog kunnen
- daarop houden we ‘t dan maar -
dat dat meisje wel op mij viel
en ik (sorry) niet op haar.


Door: André Sollie

http://demooistegedichten.wordpress.com/

  
Analyse
 
Onderwerp: Ik
Hoofdgedachte: Verliefd zijn doet niks met mij
Rijm/geen rijm: Rijm; gekruist rijm
Rijmschema: a b a b (klinkerrijm)
Vorm van het gedicht: 4 coupletten; 4-4-4-4 regels
Beeldspraak: dat dat meisje wel op mij viel en ik (sorry) niet op haar>viel van vallen als je bijvoorbeeld struikelt. Uitdrukking: Als iemand verliefd is valt die gene op hem/haar.
Gevoel: Het gedicht roept stemming op, dat als je op iemand verliefd word het normaal gesproken wel wat met je doet. Dat zie ik ook als het moraal van het gedicht is. Het gedicht laat mij meeleven en zet me aan het denken.
Alliteratie:      r. 7 > louter – leven
Assonantie: r. 1/3  > gedacht- nachten
                        r. 2/4 > doen – zoen
                      r. 5/6 /8 > mijn – afijn - manenschijn
                      r. 9/10 > voel – voeten
                      r. 10/12 > grond – gezond
                      r. 14/16 > maar – haar
Spreekt mij wel of niet aan: Het gedicht spreekt mij wel aan, want er zit wel een gedachten achter het gedicht als ik het lees zet het mij aan het denken.
 

Liefde

De lucht ligt als een blok op het land,
onzichtbaar en massief.

Je gaat gekleed in de kleur van je haar,
in je ogen, je passen en je woorden.
Je bent hier en elders. Ik draag je me na

en huiver. Je bent te groot misschien,
of te dichtbij. Je onbereikbaarheid
is onvergeeflijk. Kon ik een vogel zijn -

maar de nauwkeurigheid ontbreekt me
zoals het vertrouwen. Ik kijk naar je

en huiver. Spreek me aan, want ik zwijg,
verdraag mijn wurggreep, verdraag
de onbeholpenheid, verdraag mij, liefde.

Door: Mark Boog

http://demooistegedichten.wordpress.com/

 

 
 
 

Bekentenis

Met zoveel liefde heb ik van je gehouden
dat, nu ik bijna je vergeten ben,
het zeggen van je naam mij is gebleven
een liefkozing, waar ik dagen op kan leven;

En dit is de liefste herinnering:
hoe op het plein, een honinglied van linden,
vanuit de schaduw over witte straten
je aan kwam lopen. Speelse zomerwinden

sloegen de gele zijde van je kleed
tegen je ranke lichaam, en je ogen
waren van heimwee raadselig verwijd.
Hoevele zomers zijn sindsdien vervlogen.

Met zoveel liefde toch heb ik van je gehouden

dat, nu ik bijna je vergeten ben,
het een liefkozing der lippen is gebleven
je naam te zeggen als ik eenzaam ben.

Door: Hans Warren

http://demooistegedichten.wordpress.com/

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Warmte, een woonplaats
Liefde en het besef
van liefde daartussen bouwen
mensen een warmende woonplaats
en sprekende zeggen ze: liefste
open je ogen nu langzaam en eet
ik heb het licht voor je aangesneden
of: open je ogen niet drink nu het donker
ik heb de nacht voor je omgekocht
want liefde en het besef
van liefde daaraan ontsteken
ogen en stemmen hun licht
daarin ontbloeien de lippen
daaruit ontstaat het gedicht.
  

http://demooistegedichten.wordpress.com/